Column “Te pas en te Onpas”, april 2003. Gepubliceerd in Driftig! 5.1
Terwijl jij dit zit te lezen ligt de bevolking van Irak waarschijnlijk onder vuur. Alles wat ze uit de puinhopen van de vorige Golfoorlog weer hebben weten op te bouwen gaat tegen de vlakte, als ze geluk hebben blijven ze zelf in leven. Natuurlijk gaat ook deze oorlog weer gewoon over de rijke oliebronnen die Saddam beheert.
De Amerikanen hebben het dit keer echter een stuk moeilijker om hun inhaligheid aan de rest van de wereld te verkopen. Bij de vorige Golfoorlog viel Irak tenminste nog een ander land binnen –Koeweit-, dat kon gemakkelijk verkocht worden als een legitieme reden om de agressor plat te bombarderen. Dit keer was er echter geen echt concrete aanleiding voor een oorlog tegen Irak. Oké, er waren een paar vliegtuigen in een paar torens gevlogen, maar dat kan toch geen reden zijn om zelfs een tweede land plat te bombarderen.
Nee, om een oorlog te kunnen verantwoorden moest Bush Jr. er iets groters en machtigers bijhalen. Zo beroept hij zich nu in zijn toespraken tot het Amerikaanse volk op de zegen van niemand minder dan God, zijn god, de christelijke god. Deze oorlog is een oorlog om de belangen van de christenen veilig te stellen. Daarmee wordt het voor Bush dus een heilige oorlog.
Ook Saddam Hussein beroept zich voortdurend op de zegen van God, zijn god, de islamitische Allah. God zal het Irakese volk bijstaan om deze christelijke boosheid te verdragen en uiteindelijk te verslaan. Daarmee wordt het ook voor Saddam een heilige oorlog.
Maar wat voor God, van welke gezindte dan ook, zal toestaan dat er in zijn (of haar?) naam oorlog gevoerd wordt. In de praktijk zijn er eigenlijk drie goden in wiens naam in zekere historische regelmaat oorlogen gevoerd worden: De Christelijke God , de Islamitische Allah en de Joodse Jahwe.
Maar zijn het wel drie goden? In de geschiedenis zijn religies vaak terug te voeren op een aantal basisvormen, een daarvan is de Semitische. De drie grote Semitische godsdiensten zijn –inderdaad-: het Christendom, de Islam en het Jodendom.
De Semieten, oorspronkelijk afkomstig van het Arabische schiereiland schreven hun heilige geschriften in drie verwante Semitische talen, dit leverde het oude testament, de Koran en de Thora op. Voor alledrie is ook de stad Jeruzalem een belangrijk religieus centrum, niet voor niets wordt er al zo lang om die stad gevochten. Daar heb je dan meteen dat vechten voor een godsdienst, die religieuze oorlog, weer.
Maar het is niet geheel verwonderlijk dat het juist de Semieten zijn die dat doen. Zij geloven namelijk in de maakbaarheid van de geschiedenis door ingrijpen van God (ook ‘Allah’ en ‘Jahwe’ betekent gewoon ‘God’) . De geschiedenis bestaat zelfs slechts ter meerdere glorie van God om naar de ‘dag des oordeels’ te leiden, de dag waarop het kwaad wordt verslagen.
De verschillende hedendaagse wereldse leiders (in dit geval Bush en Saddam) zien elkaar nu aan voor de verpersoonlijking van het kwaad, en presenteren zichzelf als het gereedschap van God die hen steunt en hun strijd rechtvaardigt. Wat zij echter over het hoofd zien is dat zij strijden in naam van dezelfde God, zij bestrijden zichzelf. Hun goden zijn één, dezelfde God, de Semitische God. Dit kan in religieuze termen slechts het werk van Satan zijn.
Nee, stelletje Semieten, jullie zouden jullie achtergronden beter moeten bestuderen. Als er al een goede reden voor oorlog bestaat, is deze het in elk geval niet.
Ik ben tegen oorlogen, en tegen religieuze oorlogen en dus ook tegen dit hedendaags Semitisme!
