September 2001. Gepubliceerd in Driftig! 3.4

Vorige maand    werd in Genua de G8-top gehouden, maar er was daar vooral ook verzet tegen de Globalisering die deze 8 regeringsleiders voorstaan. Nog nooit stond de anti-globaliserings beweging zo veel en zo lang in de schijnwerpers van de internationale media.

Veel actievoerders zien het dan ook als een overwinning op de regeringsleiders dat de verslaggeving sinds de top in Seattle voornamelijk over de protesten ging en niet over de thema’s van de top zelf. Wij zijn echter van mening dat deze G8-top inderdaad een overwinning was, maar juist omdat er in de verslaggeving voor het eerst wel aandacht was voor de vage begrippen en deelonderwerpen die thema zijn van zo’n top. Voor het eerst was er aandacht voor het verzet tegen de westerse uitbuiting van de derde wereld, de economische mondialisering, de privatisering; kortom tegen de waanzin van de winst waarbij geld macht geeft en die macht weer méér geld oplevert (en omgekeerd). Er was eindelijk aandacht voor de macht van de multinationals en de leiders van het rijke westen.

Al eerder was er verzet tegen topconferenties van onder meer de Wereldbank, de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de Europese Unie. Er springen meteen plaatsnamen als Seattle, Praag en Göteborg in het hoofd, protesten die door vele activisten als ‘overwinning’ gevierd worden. Dit zijn echter slechts enkele voorbeelden van de vele demonstraties die er waren, maar wel die voorbeelden die de kranten haalden. In de berichtgeving waren de activisten toen echter nog relschoppers, geen woord over waar hun verzet zich tegen richt en de diversiteit van de ondersteunende groepen.

Voor de toekomst van het protest is belangrijk na te gaan hoe het komt dat juist bij de G8-top in Genua de motieven van de activisten onder de aandacht werd gebracht. In de sociologie zijn daar theorieën over, doorgaans aangeduid als ‘power theory’ of    ‘resource mobilization theory’. Hierin staat niet zo zeer de inhoud van een sociale beweging centraal maar de vaardigheid van voortrekkers om aanhang te mobiliseren.

Essentie van de theorie is dat zo’n beweging haar bezwaren inhoudelijk op de ‘publieke agenda’ dient te krijgen. Dat wil zeggen dat veel mensen kennis nemen van je bezwaren en daar vervolgens een al dan niet openlijke discussie over voeren. Uiteindelijke doel is natuurlijk de mensen te overtuigen van je gelijk en hen in het verzet mee te nemen.

In eerste instantie moet je dan de aandacht op je vestigen, daarvoor zijn acties en demonstraties vaak een heel geschikt middel. De media zijn daarbij een heel bruikbare en tegenwoordig zelfs bijna onmisbare tussenstap.

Om de aandacht van de media te krijgen moet zo’n actie tenminste twee van de drie angels van verzet hebben: massaliteit, radicaliteit en ludiciteit. De perfecte actie zou, volgens die theorie, dus niet alleen erg veel radicale mensen op de been moeten brengen, maar daarbij ook ludiek zijn. Dan moet er dus iets grappigs, origineels en/of onverwachts bij zitten.

Bij de acties in Genua was er veel kwalitatief goede aandacht van de pers. Dat lijkt te wijten aan de eerste twee angels. Er waren honderdduizenden mensen die onder andere lieten zien ook zeer radicaal te kunnen optreden. Daarmee hebben we de media zover dat ze ons opgemerkt hebben en over de protesten willen schrijven. Het ludieke element ontbrak bijna volledig. Maar omdat twee van de drie angels voldoende kunnen zijn, had het toch het gewenste effect. Dat is goed geweest, maar we moeten nu verder.

Zodra je de aandacht op je gevestigd hebt en de mensen -via de media- bereid zijn te luisteren naar je verhaal, moet je gaan vertellen. Het zou volgens ons dus een vergissing zijn om nu op dezelfde voet door te gaan en al je energie te steken in het mobiliseren voor nieuwe grote, vermoedelijk weer agressieve demonstraties. Wie dit tophoppen als voornaamste middel blijft zien zegt eigenlijk dat de eerdere protesten géén overwinning voor ons waren. Dat we de aandacht van de mensen nog niet hebben weten te trekken en verder willen met de eerste fase van aandacht vragen.

Wij denken echter dat we de aandacht nu getrokken hebben. Er is aandacht, dus nu moet je de mensen gaan vertellen wat er aan de hand is en waarom we daar tegen zijn. Belangrijk daarbij is dat we niet meteen gaan vertellen wat we er van vinden, maar dat we eerst de mensen gaan vertellen wat er eigenlijk gebeurd. Vergeet niet dat de mensen pas net door hebben dat er een thema is, ze weten nog niets van achtergronden. Pas als je uitgelegd hebt wat het probleem is ga je oplossingen aandragen. Middelen hiervoor zijn bijvoorbeeld ingezonden brieven in de reguliere media, artikelen in ‘eigen’ media en het organiseren van breed gerichte informatie bijeenkomsten Uiteindelijk zullen de reguliere media zelf geboeid raken en stukken gaan schrijven.

Tegelijkertijd moet je de aandacht die je hebt vasthouden. Aangezien in de eerste fase de ludieke angel ontbrak moet je daar nu waarschijnlijk de nadruk op leggen. Massaal zal het verzet voorlopig wel blijven. Dat het radicaal kan zijn weet men nu, maar dat wordt nog altijd negatief geïnterpreteerd. Nu is het dus tijd om met een onverwachte zet te komen. Men verwacht dat we straks allemaal massaal naar de volgende toppen gaan (Washington, Brussel, etc.), misschien is het daarom slim om dat niet te doen.

Ons lijkt het beter om het onverwachte te doen en nu vrolijke lokale demonstraties te organiseren tijdens die toppen. Waarschijnlijk kun je in totaal zo veel meer mensen op de been krijgen en omdat de media alert zijn zullen de noodzakelijke optelsommen gemaakt worden. Belangrijk is daarbij wel dat er internationaal goed samengewerkt wordt, bijvoorbeeld dat er in overleg één logo en één leus wordt gekozen. Zodat het toch als één bij elkaar horende actie geïnterpreteerd wordt.

We hebben de eerste succesvolle stappen gezet, als we nu doordacht verder lopen komen we wellicht nog ergens…